Ga naar de inhoud

Alleen op de fiets door Tanzania & Kenia – papaja’s, wilde dieren, menselijke warmte en de kunst van het evenwicht. (S5 P2:E3)

CA15-S5P2E3-Cover

Donderdag 3 juli 2025. Mwanza. De stad ademt. Ik vertrek. De zon kruipt loom over de heuvels. Ik sluit mijn fietstassen. De benen voelen… niet fris, niet zwaar — gewoon: klaar. De rustdag had het scherpe randje van de vermoeidheid weggehaald, maar het echte herstel zou onderweg moeten komen. Beweging als medicijn. Ademhaling als anker.

Ik eet snel, stevig. Buiten komt de stad al tot leven: toeterende taxi’s, schreeuwende verkopers, brommertjes die rakelings langs elkaar scheren. Mwanza stopt nooit. Maar ik wil weg. Weg naar stilte. Weg naar ruimte.

Cycling Adventure 15 (CA15) is mijn pad van persoonlijke groei waarmee ik mensen wil inspireren hun eigen pad van persoonlijke groei te ontwikkelen in deze snel veranderende wereld.

Niet te hoog vliegen als het goed gaat, niet te diep vallen als het tegenzit

Nog voor de stad goed en wel achter me ligt, dwingt een afgesloten hoofdweg me op een omleiding. Een aardeweg, smal en stoffig. En plots verandert alles. Ik fiets langs houten huisjes, eenvoudige stalletjes, kinderen die zwaaien, vrouwen die water dragen. Het leven vertraagt. Hier toont Tanzania zich zoals het is: ongepolijst, puur.

Ik voel me veilig, maar blijf scherp. Elke meter vraagt aandacht.

Na een tijd kom ik terug op de hoofdweg. Daar staat het billboard: het gezicht van Samia Suluhu Hassan, Tanzania’s eerste vrouwelijke president. Ze kondigt de bouw aan van de Standard Gauge Railway — een spoorlijn die het land zal verbinden en veranderen. Handel. Groei. Hoop. Terwijl ik verder trap, denk ik aan leiderschap. Aan hoe langzaam groei soms de meest blijvende verandering brengt.

Pas na twintig kilometer valt de chaos van Mwanza van me af. De horizon opent zich. De weg wordt leeg.

Bij een stop film ik nieuwsgierig een groep mensen onder een tentzeil die iets aan het koken zijn. Een jonge vrouw stapt op me af. “Waarom film je?” vraagt ze. Niet vijandig, maar oprecht. Ik glimlach. “Om jullie manier van leven te leren kennen.” Ze knikt. Zegt enkel: “Leer Swahili.” En loopt weg. Soms zegt één zin alles.

Ik neem onderweg zelden veel eten mee. Een paar koekjes. Vandaag koop ik een rijpe papaja bij een man langs de weg. Het vruchtvlees is zacht, zoet, het sap kleeft aan mijn vingers. Hij glimlacht, reikt me spontaan een tweede papaja aan, uit respect. Ik neem hem aan, dank hem — maar wanneer hij zich omdraait, geef ik de vrucht discreet aan een paar kinderen. Ze lachen, ik fiets verder.

Later stop ik bij een klein winkeltje — traliewerk, een paar planken, een koelkast, een paar flessen frisdrank – en een vriendelijke jongen die wat Engels kent en me bedient. Ik deel koekjes uit. Kinderen lachen. Oude mannen steken grijnzend een hand uit. We praten nauwelijks, maar de sfeer is licht. Soms is dat genoeg.

Na vijf uur fietsen protesteert mijn lijf. De schouders, de nek. Dit is volhouden. Maar als ik zie hoe mensen hier fietsen met ladingen hout, zakken graan, jerrycans — vaak lopend, duwend, heuvelop — voel ik mijn eigen ongemak verschrompelen tot luxe.

Ik denk na over balans. Over de Shaolin-wijsheid: niet te hoog vliegen als het goed gaat, niet te diep vallen als het tegenzit. Hier, op deze wegen, lijkt dat besef vanzelfsprekend. Niet geleerd uit boeken, maar uit het leven zelf.

De avond brengt me aan de rand van Serengeti. Mijn slaapplaats: houten hutten op palen tussen het riet van Lake Victoria. Tijdens het inchecken duikt een nijlpaard loom boven water. Later, vanuit een houten uitkijktoren die je enkel per kano bereikt, zie ik de zon zakken in het meer. Stilte. Alleen ik, het water, de lucht, mijn ademhaling.

De echte ontmoeting met Tanzania vond ik eerder: op de aardeweg, in het delen van een papaja, in het lachen met kinderen om niets

Vrijdag – Zaterdag – Zondag. Serengeti. Dagen zonder fiets. In Serengeti blijft de fiets stil. Dit is het domein van de dieren. Hier zijn wij slechts bezoekers.

Twee gidsen wachten me op: God Bless, een trainee — amper een jaar jonger dan Kennedy, die deze job al sinds zijn 21ste doet. Beiden jong. Beiden scherp. Mijn fiets wordt achterin de jeep geladen. We vertrekken.

We hoeven niet lang te zoeken. Al snel zien we zebra’s tussen het hoge gras. Kennedy glimlacht. “Je hebt geluk,” zegt hij. “Soms zie je tijdens je hele verblijf geen enkel wild dier.” Maar ik zie alles. Giraffen, gnoes, leeuwen. We worden getuige van een leeuwin die zich verstopt in het gras, een warthog besluipt en aanvalt — en faalt. Het is rauw. Echt. Natuur zoals natuur is.

Later worden we belaagd door tseetseevliegen. Kleine duivels met een beruchte beet. We lachen gespannen, slaan ze weg, sluiten ramen. We ontsnappen.

Het tentenkamp midden in de wildernis voelt onwerkelijk. Nog geen vijftig meter verder staat een giraf te grazen. Tegen valavond wandelt een olifant kalm tussen de tenten. Niemand raakt in paniek. De dieren zijn thuis. Wij zijn te gast.

’s Nachts mag je niet buitenkomen. De wildernis is te dichtbij. Maar het is geen angst die overheerst — het is ontzag.

Op zaterdag trekken we opnieuw de savanne in. Meer dieren. Meer momenten die zich in mijn geheugen branden. Niets is vanzelfsprekend. Alles is geschenk.

En dan zondag. We rijden verder, naar de zuidkant van Serengeti. Geen ommekeer, geen terugkeer. Dit is het punt waar de weg zich opnieuw opent en ik straks mijn fietstocht zal hervatten.

Onderweg groeit een besef. De afgelopen dagen leefde ik in comfort. In tenten met zachte bedden, geserveerd, gereden. Maar de echte ontmoeting met Tanzania vond ik eerder: op de aardeweg, in het delen van een papaja, in het lachen met kinderen om niets.

Ik wil dat niet vergeten. Niet de dieren, niet de mensen. En vooral niet het verschil tussen reizen met afstand en onderweg zijn met open ogen en open hart.

Morgen stap ik opnieuw op. Alleen. Op twee wielen. Zoals het begon.

Innocent, mijn gastheer, straalt gastvrijheid uit in elke handbeweging, elke glimlach.

Maandag – Dinsdag. Terug op de fiets. Naar Arusha. De ochtend voelt licht. Ik ben blij mijn fiets terug te zien — het frame stoffig, de tassen vastgeklikt. Het voelt als thuiskomen. In het begin stribbelt het lijf tegen. De eerste kilometers zoek ik naar het ritme, de cadans. Maar al snel glijdt de weg weer onder me door en wordt de beweging vanzelfsprekend. Het lijf herinnert zich.

De weg richting Arusha is rustig. Langgerekte asfaltstroken, hier en daar een groep kinderen, zwaaiend. Pas voorbij Makuyuni wordt het drukker. Mijn aandacht verscherpt. Dit stuk snijdt door het Makuyuni Wildlife Park. De waarschuwingsborden zijn duidelijk: overstekende dieren, boetes voor wie faalt op te letten. Hier is het niet zomaar verkeer. Hier is het leven zelf dat kruist.

Ik blijf alert. En dat is nodig. Een bus, veel te snel, haalt tegenliggers in. De achterwielen slippen, gruis spat op. Ik stuur instinctief naar de rand. Te dichtbij. Maar ik blijf overeind.

Even later spot ik een groep witte fietsers op mountainbikes — versnipperd over de weg, ieder op z’n eigen tempo. Ik steek een hand op. Sommigen groeten terug. Het voelt goed om te zien dat ik niet de enige ben die dit landschap op twee wielen doorkruist.

Na iets meer dan honderd kilometer rolt Arusha me tegemoet. De stad ligt aan de voet van Mount Meru, wolken hangen loom tegen de flanken. Ik heb besloten hier een dag te blijven. Niet alleen voor rust, maar ook om te kijken. Te luisteren.

Mijn verblijf: een eenvoudig bikepacking-hostel, klein maar warm. Innocent, mijn gastheer, straalt gastvrijheid uit in elke handbeweging, elke glimlach. Hij is trots op zijn stad, op zijn land. En terecht.

Ik ben er niet alleen. Ook Yina logeert hier — Amerikaanse, werkt in Californië, maar opgegroeid in Nigeria. We praten lang, delen verhalen. Zij reist per bus, een andere snelheid, een ander perspectief. Maar beiden zoeken we hetzelfde: ontmoeting, verwondering.

Op dinsdag neemt Innocent me mee de stad in. Hij wijst, vertelt. We staan bij het centrale rondpunt van Arusha, symbolisch: het midden van de route van Caïro naar Kaapstad. Voor veel reizigers het hart van het Afrikaanse continent. Zijn trots werkt aanstekelijk.

Onderweg praat hij over Nairobi. Over de protesten van maandag. Over de onrust. Innocent woonde jaren in Kenia en kent de stad van binnenuit. Hij zegt: “Daar moet je nu niet zijn.” Ik knik. De beelden bereiken me later: doden gevallen, politie die met scherp schoot op betogers. Chaos. Als je daar op de fiets middenin terechtkomt… Nee. Geen optie.

Innocent sust. Het normaliseert snel, zegt hij. Maar ook: het kan evengoed ineens weer escaleren. Dat is de realiteit. En donderdag moet ik Nairobi binnenfietsen. Het nieuws volgen wordt plots geen gewoonte meer, maar noodzaak. Geen risico’s. Niet hier. Niet nu.

Naast de onrust is er het verkeer. Iedereen waarschuwt voor de Mombasa Road, de levensader die Nairobi binnenspuugt en uitbraakt. Druk, chaotisch, onvoorspelbaar. Het wordt een uitdaging. Maar dat is voor later.

Morgen eerst de grens. Een nieuwe stempel, een dag op doorreis. En dan, donderdag: de grote stad.

Woensdag – Donderdag: de grens over, richting Nairobi. Om 7u: ontbijt — dikke pannenkoeken van Innocent, twee mee voor onderweg. Om half acht: terug op de fiets. De lucht wordt ijler. De weg stijgt naar 1900 meter. Hier is Tanzania op zijn stilste.

Borden waarschuwen voor wilde dieren. Ik zie zebra’s, geen giraffen. Een man op een motor rijdt even langs me, maar wanneer hij over contracten begint, groet ik en fiets door. Focus.

De Kilimanjaro blijft rechts van me liggen, stil, groots. Aan de grens stuit ik op een probleem: geen stempel van binnenkomst in Tanzania. Zweethanden. Gelukkig redt een vergeten visumformulier me van grote problemen. Met de juiste stempels kan ik verder.

Mijn overnachting: een tentenkamp diep in de natuur. Geen mobiel netwerk. Enkel bij een huisje, omringd door struisvogels, vang ik satellietsignaal. Net genoeg om de Tour de France te volgen en Evenepoel de tijdrit te zien winnen. Soms is geluk klein en onverwacht.

De volgende ochtend fiets ik Kenia binnen. De Kenianen? Niet nors, zoals sommigen me hadden verteld. Misschien wat gereserveerd, maar elke groet werd beantwoord met een glimlach of een hand.

En dan: de Mombasa Road. Chaos. Trucks, bussen, getoeter. Alleen defensief rijden en kalmte brengen me veilig tot in het hart van Nairobi. Ik bereik mijn hotel zonder incidenten, opgelucht.

De reis nadert zijn einde. Zondag vlieg ik terug naar België, na het bemachtigen van een fietsdoos — de laatste logistieke horde.

Dit avontuur was prachtig. Bij wijlen surrealistisch. Het heeft me veranderd, weer een stap verder gebracht op mijn eigen pad. De ontmoetingen, de landschappen, de stilte, de adrenaline, de kleine menselijke gebaren: ze vormen een mozaïek van herinneringen die me altijd bijblijven.

En nu: naar huis. Naar mijn gezin. Naar rust.

Maar jullie krijgen nog een laatste aflevering: S5 P2:E4 – The Aftermovie

Tot binnenkort,

Bart 👋

De route van S5 (deel 2) Afrika – Rwanda/Tanzania/Kenia is hier te bekijken via Strava.

    Dirk Verzee
    10 Jul 2025
    6:22pm

    Hey Bart,
    Wat kijk ik op naar iemand die zulke avonturen aangaat voor zijn eigen bewustwording.
    Wat een avontuur weer en zo mooi neergeschreven, alsof we erbij waren.
    Meer dan respect man voor tot wat je jezelf oplegt met deze reizen.
    Kijk al uit naar het afsluitende overzicht en naar je volgende uitdaging.
    ’t ga je goed 🍀🤗🙏

    Luc Van der Borgt
    10 Jul 2025
    8:01pm

    Dag buurman, steeds vol bewondering en respect voor jouw avonturen, nog effe genieten.

    Ann
    10 Jul 2025
    8:05pm

    Fantastisch, geen andere woorden voor!! Wat een belevenis en opnieuw prachtige foto’s zodat wij wat mee kunnen genieten en de sfeer opsnuiven.
    Veilige terugreis zodat je daarna kan genieten van een rustige vakantie samen met je gezin!

    Thomas Van de Catsye
    10 Jul 2025
    8:16pm

    Dag Bart, geweldig jouw reis 🤩. Afrika waar ik m’n eerste levensjaar 1971 doorbracht zonder me iets van te herinneren maar in september 1991 terugkwam gedurende anderhalve maand, onvergetelijk 😊. Trots op je en veilige terugreis, greetz Thomas.

    Peter
    10 Jul 2025
    11:03pm

    Heel veel respect voor jou Bart, wat jij tijdens je reizen beleefd is, denk ik, moeilijk in een paar woorden te omschrijven maar het lukt je wonderwel toch om het voor ons neer te pennen! Dank je wel om dit, en de prachtige foto’s met ons te delen. Kom veilig terug thuis en geniet samen met je gezin van een deugddoende, welverdiende vakantie!

    Frank
    10 Jul 2025
    11:25pm

    Hey Bart,
    Dank je wel voor het delen van jouw persoonlijke verhaal — echt prachtig hoe je het hebt verwoord. Zo levendig en oprecht, het ademt de unieke ziel van Afrika.
    Geniet nog volop van de laatste momenten daar, en alvast een heel goede terugreis gewenst.
    Gun jezelf straks ook die welverdiende rust thuis, samen met je familie. 😊

    Ward
    11 Jul 2025
    12:11pm

    Zoals als ik het lees, je mooiste reis so far Bart! Weinig mensen die zo uit de comfortzone gaan en hun grenzen weten te verleggen om de wereld te ontdekken, respect! ;-). En heel blij dat je er veilig bent geraakt. ❤, tot snel.

Leave a Reply Annuleer